Met Kunst aan de Maas brengen Z33 en RLKM kunst naar de Limburgse Maasvallei. Er verschijnen vijf kunstwerken in Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen. lees meer
Het werk en het verhaal — Een interview met Maarten Inghels
Op vrijdag 16 september werden de woorden SAVE OUR SOULS in zand neergelegd op de oever van de Maas in Heppeneert. Een enorme sculptuur met de signatuur van Maarten Inghels, schrijver, dichter, kunstenaar. We spraken met hem — over water, smeekbedes en opnieuw beginnen — in het café aan zijn atelier in Antwerpen.
Jij bent net je kunstwerk aan de Maas gaan opbouwen?
Ik moet eerlijk zijn dat ik zelf niet veel heb gebouwd. Dat deed een firma gespecialiseerd in zandsculpturen. Vorige week waren zij daar klaar mee, ze hebben daarna enkel nog een beschermlaag over het geheel gespoten.
De schrijver die eigenlijk kunstenaar is, maar de kunst niet zelf maakt?
(lacht) Tja, dat is inderdaad een slechte binnenkomer. Ik maak zelf ook werk hoor, net zoals ik zelf schrijf. Hierboven heb ik een atelier vol met dingen die liggen te wachten om eens getoond te worden. Werk dat je gewoon aan de muur kan hangen. Maar veel van mijn ontwerpen zijn van een redelijk monumentale omvang. En dan kom je nogal snel in de publieke ruimte terecht.
Als ik kijk naar je werk, onder andere als stadsdichter, dan voelt het soms alsof je campagnes bedenkt. Niet alle kunst in publieke ruimte voelt zo. Je werk spreekt aan, wil raken of in beweging brengen. Is dat een bewuste keuze?
Ik vind dat je werk in de publieke ruimte inhoudelijk sterk moet staan. Het mag niet vrijblijvend worden. Je kapt dat zand niet onnadenkend in een weiland langs de Maas. Als ik 160 ton zand achterlaat in het landschap dan voel ik me daar verantwoordelijk voor. Ik neem letterlijk ruimte in, dus als ik iets ontwerp, is dat niet zomaar. Wanneer ik met het woord WATER in piepschuim over de IJzer vaar is dat niet enkel voor het schone beeld.
Als ik 160 ton zand achterlaat in het landschap dan voel ik me daar verantwoordelijk voor. Ik neem letterlijk ruimte in, dus als ik iets ontwerp, is dat niet zomaar.
Wat wilde je daar dan mee vertellen? Want het is ook echt gewoon een mooi beeld.
Dat was het. En dat is zeker niet onbelangrijk. Maar het is vooral een poging tot dialoog. Met dat woord water had ik het idee om in gesprek te gaan met de mensen op de oever, over de betekenis van water voor hen, over hun relatie met de IJzer en het feit dat die elk
jaar overstroomt. In de realiteit was er daar bijna niemand en de mensen die ik tegenkwam waren niet bepaald spraakzaam. Een visser begon mij zelfs uit te schelden en vroeg of ik misschien te veel drugs had gepakt. Die dialoog had ik mij anders voorgesteld, maar dat oncontroleerbare is eigen aan werken in de publieke ruimte. Met deze nieuwe sculptuur aan de Maas is dat net zo. Vanuit de bewonersgroepen bleek dat de mensen helemaal niet wakker liggen van de Maas en of die overstroomt. Klimaatopwarming zegt hen niet zo veel. Tijdens de opening was er een 80-jarige op zijn fiets wiens ouderlijke huis bijna overspoeld was door de Maas en hij vond dat de normaalste zaak van de wereld. Een rivier overstroomt nu eenmaal. Vandaag woont hij in het centrum van Maaseik in een appartementje op twee hoog. Misschien toch voor de zekerheid. (lacht)
Waarom schreef je SOS in het zand? Is het een boodschap aan de mensen of aan het water?
Ik denk dat een vraag mensen aan het denken kan zetten. Ze moeten het niet eens zijn, maar als ze elke dag voorbij die enorme noodkreet fietsen, die SOS, blijft er misschien iets van hangen. Het heeft iets weg van een film, een schipbreukeling die een noodkreet slaakt op een onbewoond eiland. En dat is het ook. Een noodkreet of een smeekbede aan de Maas om niet uit haar oevers te treden. Vorige zomer kwam ze al tot aan het randje en stond iedereen klaar met zandzakjes. Door de klimatologische omstandigheden zal dat in de toekomst nog gebeuren. Of het omgekeerde: dat de droogte haar zo laag trekt waardoor het drinkwater in Antwerpen in het gedrang komt. Sterk toch? Hoe wat er in een eiland aan de Maas als Heppeneert gebeurt, zich laat voelen tot in Antwerpen.
Het heeft iets weg van een film, een schipbreukeling die een noodkreet slaakt op een onbewoond eiland. En dat is het ook.
Een smeekbede klinkt bijna als iets religieus, hoe zou dat resoneren bij de omgeving?
De locatie is niet zomaar gekozen, er liggen veel kapelletjes in de omgeving die nog druk bezocht worden. De gastenboeken daar bulkten van de smeekbedes. We bidden of smeken voor onze gezondheid, veiligheid of de terugkeer van een geliefde. Het is in de religie dat we leren smeken voor onze zielen. Dat is ook de letterlijke betekenis van SOS: Save our Souls. Er leek wel niemand in de kapellen te bidden voor het klimaat. Het waren allemaal heel erg persoonlijke vragen en zorgen. Maar we vergeten soms dat het klimaat iets erg persoonlijks is. Als er iemand naast een dijk woont, dan wordt het klimaat hoogstpersoonlijk, geen onweerswolk ergens in de verte.
Het is in de religie dat we leren smeken voor onze zielen. Dat is ook de letterlijke betekenis van SOS: Save our Souls.
Je zandsculptuur is, mede door het klimaat, erg vergankelijk. Je hebt ze bovendien niet met je eigen handen gemaakt. Hoe is je relatie dan tot het werk, wat blijft er van over?
Ik hou daar wel van, van dingen die verdwijnen. Voor mij moet een werk ook niet meer begeleid worden door een gedicht, waar dat vroeger wel zo was. Maar dan blijft er dus echt niets over als het verdwijnt.
Ik hou daar wel van, van dingen die verdwijnen.
En blijft het beeld ook niet hangen? Omdat het zo schoon is?
Dat hoop ik wel. Ik vind het beeld ontzettend belangrijk, als het enkel concept was, dan was ik wel schrijver gebleven. Dan zou ik alles uitschrijven, niet uitvoeren. En nu stapelen de beelden zich stilaan op in mijn atelier.